Inspiratie komt vanzelf. Maar niet heus.

23 mei 2022 | Creativiteit | 2 reacties

Inspiratie ontstaat vanzelf. Maar niet heus. Je broedt ergens al tijden op, maar de oplossing dient zich maar niet aan. Je loopt door de straat op weg naar de bakker en opeens weet je het.

Ken je dit van spelletjes als Wordfeud? Je ziet die zeven letters, je ziet het speelveld en je weet: hier zit een zevenletterwoord in. Maar welk? Je probeert eens wat, maar nee. Gefrustreerd ga je slapen en de volgende dag: bingo.

Het licht gaat aan

Het lijkt alsof je er niks voor gedaan hebt: er is opeens een lightbulb moment en het licht gaat aan. Maar dat is natuurlijk niet zo. Er is elektriciteit gemaakt, naar je huis je geleid en er is een schakelaar aangelegd die gaat branden in de lamp die je opgehangen hebt. Het enige dat zó gedaan is, is het aanklikken zelf. Maar je kunt aan- en uitklikken wat je wilt– als de rest niet óók gedaan is gaat er géén licht branden.

Dit onderdeel van het creatieve proces wordt de incubatietijd genoemd. Die term heeft de afgelopen twee jaar wel een andere hoofdbetekenis gekregen, maar is dus ook positief te gebruiken. Al in 1926 werd het wetenschappelijk beschreven door G. Wallas in The art of thought. Het blijkt zo te zijn dat als je ná een periode van dingen uitzoeken, proberen en bedenken ontspant, de creatieve doorbraak makkelijker plaatsvindt.

Zinnen verzetten

Nog steeds is niet bekend waarom dat precies werkt: komt die doorbraak door onbewuste processen, of zijn het gewoon de neveneffecten van even iets anders doen zoals ontspannen of de zinnen verzetten – het wegvallen van de druk ergens over na te moeten denken. De schrijvers van dit wetenschappelijke artikel komen er ook niet helemaal uit, al neigen ze naar het eerste. Maar hé, dat maakt voor ons schrijvers niet uit. Dát het werkt, is het belangrijkste.

Essentieel is wel dat je van tevoren voldoende werk verzet. Denk aan de lamp: je moet zorgen voor elektriciteit en de bijbehorende leidingen. Weet je zeker dat je research op orde is, dat je genoeg naar werk van anderen gekeken hebt, voorbeelden van verwante oplossingen hebt gelezen, pas dan is het tijd voor een dutje of een wandeling

Writer’s block? Te weinig ideeën?

En als je weet dat het zo werkt, dan weet je ook hoe je writer’s block oplost. Misschien moet je een incubatieperiode inlassen. Jezelf forceren iets te bedenken, werkt gewoonweg niet. Sterker nog dat is contraproductief.

Heb je niet genoeg ideeën? Doe meer voorwerk of ánder voorwerk, op een ander terrein, kies je onderwerp breder, of juist specifieker. Kijk om je heen, onderzoek, verzamel, absorbeer. En ga dan lekker een potje incuberen.

Waarmee je nu ook het beste excuus ter wereld hebt voor een dutje.

Wanneer heb jij je beste ideeën?

 

vrouw in hangmat in Italiaans landschap

Slapen? Nee hoor, ik ben druk aan het incuberen.

Wat vind jij? We horen het graag.

2 reacties

  1. Anneke Kranenburg

    Hoi hoi!

    Inspiratie vloeit of stokt. Heel herkenbaar. Ik leg een stropende tekst soms in de week en verander het vervolgens compleet, waardoor het ineens een briljantje wordt. Waar het door kwam dat het ineens wel liep? Loskomen van het onderwerp? Ik vermoed van wel. Je hersenen worden soms te veel en te lang gekraakt, je komt in een tunnel die nergens toe leidt. Je zit dan echt vast: je kan niet vooruit, maar ook niet achteruit.

    In het boekje ‘Leren leren’ van Tessa Erkes – dat ik kocht in de tijd dat onze dochter naar de middelbare school ging (2004) – las ik over het ‘fenomeen’ dat kinderen een uurtje studietijd zouden moeten aflossen met een kwartiertje niksen/vrije tijd om het leervermogen te vergroten. Die korte nikstijd zorgt ervoor dat de stof die geleerd wordt door de hersenen verwerkt kan worden en dat er effectief meer stof opgenomen wordt dan als kinderen door blijven stampen. Het werkte. Wellicht is een dergelijk mechanisme aan het werk als je je creatieve werk even laat liggen, om daarna met een eurekamomentje door te breken. Maar zeg nou zelf: soms komt er geen eurekamoment. Een helaasje. Voor de rubriek ‘onaf’, zou ik zeggen.

    Antwoord
    • Carola Janssen

      Leuk dat je dit schrijft, ik ben bezig met een artikel over ’tussentijd’ dat volgende week verschijnt (het moet nog even rijpen). Maar ik kom er dus op terug :-).

      Antwoord

Een reactie versturen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *